MOBILITEIT
Zoals de meeste van
jullie ondertussen weten ben ik vaak te vinden bij congressen, lezingen of studiebijeenkomsten.
Nieuwe inzichten opdoen en mezelf blijven ontwikkelen, staat daarbij centraal.
Wat niet iedereen waarschijnlijk weet, is dat ik zelf ook regelmatig lezingen
en presentaties geef. Ik zorg dan altijd voor een unieke presentatie. Degene
die mij uitnodigt, bepaalt daarbij het thema en vaak wordt er gevraagd om het
onderwerp te ondersteunen of vergelijken met voorbeelden uit de sportwereld.
Afgelopen maand was
ik uitgenodigd om mijn visie te delen over “Vitaliteit en Talentonwikkeling “versus
“Eigen verantwoordelijkheid”. Het bedrijf had mijn blog gelezen over
Talentmanagement en wilde dat ik in een ochtend het managementteam van het
bedrijf zou toespreken en tevens de daarop volgende discussie zou leiden. In de
middag mocht ik het overige personeel toespreken en daarbij zou een doe-activiteit
plaats vinden waarin het thema centraal stond.
De discussie met
het managementteam was een pittige. Ik vond n.ml. dat het managementteam te
weinig naar de eigen inbrengmogelijkheden van het bedrijf keek en alleen maar
naar de werknemers wees wanneer het ging om ontwikkeling en gedrag. Zij vonden
echter dat de werknemers slechts inzicht hoefden te krijgen en gestimuleerd hoefden
te worden binnen de
ontwikkelingsmogelijkheden en toekomst van het bedrijf. Het managementteam vond
daarbij vooral dat ontwikkeling stimuleren buiten het bedrijf niet ten goede
zou komen van het bedrijf zelf.
En dat staat haaks
op mijn visie: Ik vind allereerst dat een bedrijf meer moet doen dan stimuleren.
Ik vind dat iedere organisatie ook tools moet aanbieden en juist ook breed moet
faciliteren in Talentontwikkeling en op gebied van vitaliteit. Dit breed faciliteren
zorgt uiteindelijk n.m.l. op veel vlakken voor groei van de organisatie. Een
medewerker die breed gefaciliteerd wordt in zijn talentontwikkeling door b.v.
te investeren in een opleiding krijgt meer waarde voor de organisatie. En
daarmee krijgt de organisatie meer waarde. Het is een beetje zoals die
discussie in een reclame op tv waarop de ene HR manager tegen de ander zegt:
“Moeten we wel geld stoppen in de ontwikkeling van onze mensen als ze misschien
weg gaan? Waarop de ander antwoord: “Maar wat als we dat niet doen?”.
Mijn mening komt
natuurlijk gedeeltelijk voort uit mijn ervaringen in de sportwereld, waarbij
het heel gewoon is dat naast inzicht geven en stimuleren er ook zaken
gefaciliteerd worden. Denk hierbij aan de gezonde sportmaaltijd na iedere
wedstrijd.
Zo ben ik ook groot
voorstander van verplichte (interne) mobiliteit voor werknemers. Iets wat
bijvoorbeeld binnen de Landmacht of Marine heel gewoon is. Hier moet men
verplicht iedere 4 jaar wisselen van functie: een roulatiesysteem. Natuurlijk
vormen bij de roulatie talenten en competenties de basis voor de nieuwe
functie. Er moet ook gewoon gesolliciteerd worden. Zo moet er in een sportteam
nooit gewisseld worden door talenten te laten rouleren op plekken waar
competenties niet liggen. Het talent en de competenties het uitgangspunt voor
de rol die je krijgt. Deze fout zie je binnen de amateur-sportwereld nog wel
eens gemaakt..
Ik vind dat er veel
voordelen zitten om een bedrijf op deze wijze te organiseren en mobiliteit te
faciliteren. Medewerkers komen zo in aanraking met verschillende soorten werkzaamheden
waardoor er ook beter gekeken kan worden naar hun talenten. Het wisselen van
functies houdt mensen daarnaast scherp, dwingt tot continue zelfreflectie en
dus bewustzijn van ontwikkeling. Iets wat in de huidige en toekomstige
arbeidsmarkt eigenlijk gewoon van essentieel belang is.
Ook vergroot
roulatie het teamgevoel binnen een bedrijf. Voor leidinggevende betekent
rouleren dat ze inzicht krijgen in ontwikkeling van mensen. Jeugdtrainers in de
sportwereld die rouleren zien het totale proces. Wanneer zij jarenlang, zeg een 14 jarige trainen,
en zien hoe die binnenkomen, zien ze bij wisseling in leeftijd het verschil in
ontwikkeling veel beter. Natuurlijk zet je een hoofcoach niet een maand lang
bij de F spelertjes , maar in de periode dat de spelers met de nationale
elftallen weg zijn zou het toch moeten kunnen. Hij leert weer te kijken daar
waar het allemaal begon, merkt misschien na vele jaren werken met alleen eerste
elftal spelers dat de jeugd echt verandert is en dan je nu anders moet werken
dan vroeger.
Laatst zei een
hoofcoach tegen mij dat hij niets had met de jeugd elftallen van zijn vereniging. Onbegrijpelijk vind ik dit. Hoe
kun je beter op de hoogte blijven van hoe de jeugd is en hoe ze sport beleven
dan door er af en toe mee te werken .
Vitaliteit bevorder
je niet alleen door gezond eten voor te schotelen in de kantine, of
bewustwording te stimuleren in wat vitaliteit inhoudt, maar ook door een
medewerker die zwaar werk moet uitvoeren te faciliteren. En dit faciliteren kan
ook door afwisseling met functies waardoor er met periodes minder zwaar werk
hoeft te worden uitgevoerd.
Dit levert alleen
maar winst op voor alle partijen.
Er zijn ook voorbeelden
te benoemen waar al sprake is van mobiliteit zonder dat men dit misschien in de
gaten heeft of het zo benoemd. Een vriend van mij is een topchirurg. Bekend om
zijn werk in binnen en buitenland. Maar hij staat juist nog regelmatig bewust
stil bij waar het voor patiënten vaak begint: bij een bezoek aan de
huisarts. En zo nu en dan loopt hij daar
nog even mee mee. Want hoe beter hij op de hoogte is van hoe de
huisartsenpraktijk functioneert, hoe
beter hij aan kan sluiten bij de behandeling van de patiënten die bij hem op
spreekuur komen. Bewust kiest hij ervoor om vanuit zijn zeer specifiek
hoogwaardige werkzaamheden weer eens met de beide voeten in de modder te staan.
Dit geeft nieuw impulsen. Heel verfrissend noemt hij dit altijd.
Met interne mobiliteit
heb ik zelf ervaring vanuit mijn baan in de jeugdhulpverlening. Ik was als
sportleerkracht verbonden aan de educatie afdeling van het Internaat Vreekwijk.
Vanaf de eerste dag dat ik daar kwam werken, kreeg ik van de toenmalige
directrice alle vrijheid om te functioneren binnen het totaal internaat. Zij
was n.m.l. van mening dat er integraal
moest worden samengewerkt tussen hulpverleners en onderwijs en stimuleerde dit
door vrijheid te geven. Dit maakte dat ik soms werkte als groepsleiding omdat
er veel zieken waren. Maar ook ging ik net zo gemakkelijk een week mee op
vakantie met de jongeren of werd ik ingezet voor het 50 jaar bestaan van het
Internaat Vreekwijk. Ik kan me van die werkperiode niet herinneren dat ik ooit
een maand lang het zelfde deed.
Het voordeel was
enorm. Ik kreeg met iedereen binnen de organisatie een band en kreeg inzicht in
alle werkzaamheden die er plaats vonden op het terrein. Door de wisseling van
rollen ontstond er ook veel begrippen voor elkaar wat zeker hielp op de momenten
dat het een en ander niet goed liep of er spanningen waren.
Het belangrijkste
was misschien wel dat ik mijn talent ontdekte en ontwikkelde voor het werken
met jongeren. Ik had enorm veel plezier in mijn werk en een extra of nieuwe taak
zag ik nooit als een taakverzwaring maar als een taakverrijking.
Natuurlijk zitten
er ook altijd haken en ogen aan om dit zo te faciliteren. Er zullen er
waarschijnlijk zijn die vinden dat dit is onmogelijk te organiseren is. Onzin
vind ik dit. De voordelen van interne mobiliteit zijn vele malen groter dan de
nadelen: voor individu en bedrijf. En dit maakt het minimaal de moeite waard om
te onderzoeken of faciliteren mogelijk is. Interne mobiliteit moet hoog op de
agenda komen te staan bij elke organisatie. Als bedrijven beseffen dat zij een
belangrijke functie hebben om de randvoorwaarden zo te creëren dat medewerkers
echt regie in het leven kunnen pakken, dan ontstaan er goede en samenwerkende
teams met een grote motivatie om het
maximale uit de werkzaamheden te halen en succesvol te zijn .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten