Emotie
Afgelopen week gaf ik een lezing bij een bedrijf over de verschillen
en overeenkomsten tussen het bedrijfsleven
en de sportwereld. Een interessant onderwerp waar ik graag over praat, maar ook
graag zelf naar luister. Door mijn ervaring in het bedrijfsleven en als
ondernemer en mijn carrière in de voetballerij heb ik er een beeld van. Naar elkaar luisteren en samenwerken levert
toegevoegde waarde op.
Als je alles goed op een rijtje zet, dan realiseer je je dat
er veel overeenkomsten zijn en maar weinig verschillen. De sportwereld dient ook bedrijfsmatig geleid
te worden en ook daar spelen er allerlei processen op teruglopend financieel
gebied, cultuurverandering en in bedrijfsvoering, die men terugvindt in het
bedrijfsleven. Je zou kunnen stellen dat
men ook in de sportwereld dienstverlening levert (vermaak, hospitality) en producten
oplevert (opgeleide voetballers) en probeert zoveel mogelijk omzet (verkoop,
sponsoring, winnen van wedstrijden) te maken tegen zo gering mogelijke of
besparende kosten (Lean werkprocessen, werken met vrijwilligers).
Er is echter wel 1 duidelijk verschil tussen het
bedrijfsleven en de sportwereld… 1 ding wat het winnen of verliezen in
terugkerende vorm telkens maar weer met zich mee brengt en ad hoc nauwelijks te
beïnvloeden is. Deze bijkomende factor heet “emotie “.
En deze emotie vertaalt zich in vele uitingen in de media.
Uitingen over de clubs of over de individuen die er werken. Uitingen die een
grote nieuwswaarde pretenderen te hebben door dagelijks in diverse media
verschijnen. Binnen de sportwereld bepaalt de emotie vaak de dagelijkse bedrijfsvoering
en in veel gevallen helaas zelfs strategische lange termijn doelstellingen.
Ik kan me daar over verbazen.
Natuurlijk lees ik ook dat er grote problemen zijn bij
V&D. En dat zij eigenlijk veel beter een bepaalde doelgroep hadden moeten
kiezen om daar hun product aan te verkopen. Maar als ik zie hoe men dagelijks
praat of schrijft over de situatie bij FC Twente en hoe daar mensen als Joop
Munsterman en Alfred Schreuder publiekelijk aangepakt worden en van alles over
zich heen krijgen, dan besef ik dat de emotie binnen de voetballerij zo enorm
is dat dit een heel duidelijk en groot verschil is met het bedrijfsleven.
Tijdens Koningsdag zat ik gezellig op een terras met een
zeer succesvolle zakenman en hoge ambtenaar van de gemeente. We zaten heerlijk
in het zonnetje te kijken naar de kleurrijke stoet van mensen die voorbij kwamen. Er ontstond een mooie discussie tussen ons drieën.
De zakenman en ambtenaar hadden een rustig dagje. Ik werd de hele tijd herkent
en schudde, overigens tot mijn genoegen, vele handen. Wat niemand echter van de
voorbijgangers wist, was dat beide heren
met geweldig belangrijke opdrachten bezig zijn. Opdrachten die de voorbij
lopende mensen vaak persoonlijk raken.
De gemeenteambtenaar die de zorgwet hanteert vanaf 1 januari
2015 en daarvoor beslissingen moeten nemen en stappen moet zetten waar de
gemeente eigenlijk nog lang niet klaar voor was. Mede door de niet parate
kennis en vaardigheden kwamen veel cliënten in de problemen omdat ze niet de
zorg kregen die ze nodig hadden.
De zakenman is bezig met een reorganisatie. Noodzakelijk om
klaar te zijn voor de toekomst en zijn bedrijf succesvol te laten zijn. Een
noodzakelijke reorganisatie omdat het bedrijf over gaat tot een automatisering
proces waardoor er minder arbeidskrachten op de werkvloer nodig zijn Deze
reorganisatie gaat mogelijk zo’n 125 mensen hun baan kosten.
En daar las ik dan niets over in de media. Alleen omdat ik
hem ken, weet ik dit. Als er iedere dag
in de krant over hem persoonlijk geschreven werd of over zijn bedrijf, zou hij
dan anders acteren? Zijn bedrijfsvoering anders inzetten? Hij bleef met het
antwoord schuldig. Had hier nog nooit over nagedacht.
Zo op het terras al pratend kwamen we wel al tot mogelijke
oplossingen voor een aantal medewerkers die hun baan zouden verliezen. Veel van deze mensen hebben een afstand tot
de arbeidsmarkt omdat zij 50+, weinig tot geen opleiding en eenzijdige
werkervaring hebben. Ze zouden kunnen vallen onder de doelgroep van de
participatiewet.
Binnen het betaald voetbal hebben veel clubs een leer-werklandschap
gecreereerd. De bedoeling is daar vaak om mensen op te leiden voor het vak
beveiliger. Dit doen ze in eerste instantie binnen de club. Ze ondersteunen de
wedstrijdbeveiliging en worden later, na diplomering, vaak beveiliger in dienst
bij de business partners van de club. We bespraken het interessante idee dat de
zakenman als goed werkgever het proces naar ander werk zou kunnen ondersteunen
door doorbetaling van salaris tijdens opleidingsperiode, de gemeente zou kunnen
ondersteunen opdat medewerkers niet uiteindelijk in de bijstand terecht komen
en de sportclub als facilitator van leerwerklandschap.
Ik ben ervan overtuigd dat we vanuit sport, gemeente en
bedrijfsleven meer met elkaar zouden moeten samenwerken omdat we vanuit beide
“werelden” van toegevoegde waarde kunnen zijn voor elkaar.
In mijn tijd als directeur bij Sparta Rotterdam was ik hier
volop mee bezig. Een voetbalclub moet veel meer zijn dan een stadion waar 17
thuiswedstrijden gespeeld worden. Een voetbalclub is in mijn beleving een
centrale plek in een wijk waar sport mensen bij elkaar brengt en waar men betekenis
geeft in de wijk .
De sportclub als initiatiefnemer, welke daardoor meer kan
bieden aan sponsoren dan alleen wedstrijden. De gemeente neemt haar rol omdat
je gezamenlijk optrekt om op een maatschappelijk verantwoorde manier invulling
te geven aan de sport en aan de bewoners van de wijk.
Voor vele clubs, en gemeentes ligt hier nog een mooie
uitdaging klaar. Vaak ontbreekt het aan de juiste creatieve ideeën om het ook
echt gestalte te doen geven. En mede ook door de vele wisselingen binnen de
sportwereld verdwijnen ideeën vaak weer in de onderste lade.
Ik blijf het benoemen en stimuleren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten